Leerde u op school ook dat de Eerste Wereldoorlog een oorlog voor de democratie was? Nochtans bestond in het Europa van 1914 bijna nergens algemeen stemrecht. Overal heerste een kleine elite van grootgrondbezittende adel en industriële burgerij. Die eerste klasse monopoliseerde de politieke, de tweede de economische macht. Maar beide deden het in hun broek voor ‘de volksmassa’s’ en het spook van de revolutie dat hen overal volgde.
De analyse van Jacques Pauwels is onthutsend. Om een omverwerping van de heersende orde te vermijden, kwamen adel en burgerij terecht bij oorlog. Oorlog moest de revolutie en de democratisering tegenhouden. Oorlog kon ook de economische problemen oplossen die het gevolg waren van de onderlinge concurrentie tussen de grootmachten, die altijd op zoek waren naar territoriale uitbreiding voor het verwerven van afzetmarkten, bronnen van grondstoffen en goedkope arbeidskrachten.
Op donderdag 23 oktober 2014 gaf Jacques R. Pauwels in Leuven een conferentie over zijn boek “De Groote Klassenoorlog”. Het werd een zeer geanimeerde avond over de lange 19-de eeuw (1789-1914) en de verschrikkingen van De Groote Oorlog.